Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zo gij in [18]eens anders [goed] niet getrouw zijt geweest, wie zal u [19]het uwe geven? 18. Namelijk dat u God maar voor een tijd leent, om niet alleen voor u, maar ook voor anderen te gebruiken. 19. Dat is, dat gij altijd en eeuwiglijk zult behouden.